Prachtige tussenpaus – Jaguar Mk-X

Jaguar bracht de Mk-X uit als een logische opvolger voor de al uit 1957 stammende Mk-VIII die in zijn toenmalige vorm een model was dat doorborduurde op de lijnen en technisch concept van de al in 1951 uitgebrachte Mk-VII. Nu was die Mk-X motorisch gesproken geen revolutionair model, immers dezelfde zespitter die de laatste Mk-VIII’s aandreef zat ook in de nieuwe limousine, maar de carrosserie was van een compleet andere orde. De Mk-X had rechte lijnen gekregen, stond laag op zijn wielen en was weliswaar in lengte en breedte flink gegroeid t.o.v. zijn voorganger, de hoogte van de auto nam maar liefst met 21 cm. Af. En dat maakte die nieuwe Jaguar toch tot een opvallende, ja zelfs bijna buitenaardse verschijning als hij voorbij kwam zoeven. Hij werd voor het eerst geshowd in 191, de productie kwam een jaar later op gang. De ontvangst was in het toen nog oerconservatieve Engeland verdeeld. De auto miste de oude chique van de Mk-VIII en de lage instap was een punt van kritiek, maar rijden deed hij goed. De zes in lijn van 3.8 liter inhoud leverde 269pk en stuwde de ruim 1800 kilo wegende sedan naar een top van 190km/u. Niet dat veel Jaguars van dit type die snelheid regelmatig haalden, ze waren meer bedoeld om de eigenaar en zijn vrouw of vriendin naar een chique uitje te brengen. Liefst met een chauffeur achter het grote stuurwiel en het houten dashboard. Wat de MK-X direct een technische sprong vooruit deed zijn was het feit dat de achterwielen onafhankelijk geveerd waren, bij de veel ouderwetser voorganger was daar nog een starre as met bladveren te vinden. Slechts enkele jaren later zette Jaguar een nieuwe motor in het vooronder van de Mk-X, een 4,2 liter die opvallend genoeg minder pk’s leverde dan zijn oudere zusje maar efficiënter draaide en ook een hogere topsnelheid bood. Toch was de MK-X geen bestseller. Ondanks allerlei facelifts en zelfs een naamsverandering (420G) werden er maar relatief kleine aantallen van gebouwd. En dus werkte Jaguar aan een opvolger die de nu veel bekendere XJ6 zou worden. Een auto die het beste van de aloude Mk-X in zich had, maar een weer veel moderner, maar ook chiquer ontwerp mee kreeg. Een tijdlang werden de beide modellen nog samen gebouwd en verkocht. Maar in 1970 nam de XJ6 de hoofdrol over en was het gedaan met de Mk-X en 240S. Als we de Jaguar nu bekijken als klassieker zien we wel dat het een wagen is die relatief weinig mensen echt over de streep van aankoop weet te trekken. Dat heeft veel van doen met de roestgevoeligheid, maar ook met de kwaliteit van de toen gebruikte motoren. Heftig olieverbruik was geen uitzondering en dat samen maakt een Mk-X een katje dat je relatief veel moet onderhouden. Reken op een prijs van rond de tien tot 20 mille voor extreem goede exemplaren van wat oudere bouwjaren. Je krijgt er wel een heel bijzondere Britse auto voor. Handig als je wel een goede werkplaats ter beschikking hebt….

Lees ook:Rolls Royce Phantom VIII – Het beste nog beter gemaakt….
Lees ook:Jaguar en LandRover draaiden een goed 2016…
Lees ook:Hertz en Jaguar intensiveren samenwerking…
Lees ook:De eerste echte Jaguar; de SS100!
Lees ook:Ongekend populaire Records

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *

Naam

Website

Het kan vijf minuten duren voordat nieuwe reacties zichtbaar zijn.