Daimler’s onbekende sportwagens…

Er zijn van die automerken die je niet direct koppelt aan de fabricage van sportwagens. Een daarvan is het Engelse merk Daimler. Het bedrijf met die naam werd al, in 1893 opgericht met als belangrijk doel om Duitse Daimler-motoren in licentie te bouwen. Maar dat ging al snel over op productie van complete auto’s voor de wat hogere klassen, w.o. het Engelse koninklijk huis. Daimlers waren vergelijkbaar met Bentley’s of Rollses voor de oorlog en de Britse adel liet zich er graag in rondrijden. Na de oorlog werd dat een stuk lastiger. De wereld was in meerder opzichten veranderd, net als de smaak van de voornamelijk Britse automobilisten. En dus trachtte het traditiemerk ook andere markten te bedienen, zoals die voor sportieve wagens met een wat exclusieve uitstraling. En zo ontstond in de jaren vijftig de Daimler Conquest. Een auto die je van de zijkant gezien nog wel kon vergelijken met de bekende Mercedes-Benz 190SL. Maar als je dan dichterbij kwam en goed keek zag je dat die Britten qua vormgeving de plank aardig mis hadden geslagen. De wagen was driepersoons, uitgevoerd als cabrio en gebouwd van aluminium. Ondanks dat toch lichte materiaal woog de Conquest nog steeds 1200kg en dat was een flink stuk meer dan vergelijkbare wagens van andere fabrikanten. Onderhuids vonden kopers een redelijk bedaagde zescilinder motor die 2.3 liter groot was en 101pk leverde. De Conquest was daarmee geen strepentrekker. In tegendeel, van nul naar honderd sleept hij zich in twintig seconden voort en kwam na lang aandringen op een topsnelheid van 160km/u. Daimler kwam na uitblijvend succes ook nog met een dichte versie, de Drophead Coupe. Maar echt veel zoden zette dat allemaal niet aan de dijk. Dat werd een stuk beter toen de Mk2 verscheen die lichter van gewicht was en ook wat sneller. De afwerking was ook een stuk beter. Van deze auto werden er bijna 10.000 gemaakt waarvan de laatste in 1957 werd verkocht. Twee jaar later probeerde Daimler het nog een keer met de SP250. Een auto die er uit zag als een verbouwde Austin Healy of MG-A, maar toch echt een geheel eigen ontwerp was. Hij kwam in 1959 op de markt en had meteen een V8 onder de motorkap die 2,5 liter groot was en 140 pk leverde. Bepaalde onderdelen waren gemaakt van kunststof, in die tijd best een noviteit. De vlot gelijnde wagen haalde 200km/u en had o.a. schijfremmen rondom. Helaas leed de auto aan wat kinderziekten die terug te voeren waren tot het feit dat de fabrikant al op omvallen stond en men bepaalde onderdelen te licht had uitgevoerd. Daardoor scheurde o.a. het chassis of de carrosserie. Toen Daimler failliet ging werden de laatste SP250’s gebouwd bij Jaguar en die modificeerde de auto’s zodanig dat ze van een beste kwaliteit werden. Vanaf bouwjaar 1961 werden het dus best plezierige wagens die nu zeer gevraagd zijn. Een echte Daimler-sportwagen uit die dagen is voor een liefhebber van klassiekers iets heel bijzonders en goede exemplaren doen dan ook stevige prijzen. Een Conquest Mk.1 zit ergens bij de 30 mille, de MK.2 doet ongeveer de helft en een mooie en gave SP250 gaat voor iets van 30 mille mee naar huis. Dan heb je wel iets bijzonders, ook al is het wellicht niet de meest aansprekende sportwagen ooit. Het is wel een echte Daimler, en dat is best iets waard toch?

Lees ook:Geen Phaetons meer bij VW
Lees ook:BMW’s fraaie ‘Barockengel’…
Lees ook:Onbekende Pontiac; de Streamliner
Lees ook:Luxueuze Fransoos; Delahaye!
Lees ook:Die bijzondere De Tomaso Mangusta

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *

Naam

Website

Het kan vijf minuten duren voordat nieuwe reacties zichtbaar zijn.