Het Amerikaanse merk Buick (spreek uit Bijoe-ik) dankte zijn naam aan oprichter David Buick die in 1903 al startte met zijn autoproductie. In 1908 werd het merk al toegevoegd aan General Motors en sindsdien is het een sub merk van het grote GMC. De Buicks waren altijd auto’s met een goede naam en faam. Dat kwam ook omdat het behoorde tot de meer luxe merken van GM en alleen Cadillac uit dezelfde stal voor zich moest dulden. Onder Buick vond je dan Oldsmobile en Pontiac en later ook nog Chevrolet. Deze positie op de ranglijsten binnen het moederconcern maakte dat Buicks nooit echt armoedige wagens werden en dat je relatief veel auto voor je geld kreeg. 
Een van de succesvolle modellen was de Riviera die bedoeld was als antwoord op de Thunderbird bij Ford. De eerste Riviera kwam op de markt in 1963 en was meteen een van de meest prijzige modellen van het merk. Maar dan had je ook een auto die zowat door de veren zakte van de extra’s. Onderhuids altijd een V8 van 6,6 of 7 liter met vermogens die varieerden van 325 tot 365 pk. De top kwam daarmee richting de 200km/uur. Al zullen weinig eigenaren die hebben opgezocht. In 1966 kreeg de Riviera een andere gedaante. Hij groeide tot proporties die er niet om logen. 5.40mtr lang en meer dan 2 meter breed. 
Een auto met een uiterlijk dat nog wel iets liet denken aan de Oldsmobile Toronado. Standaard voorzien van automatische bak, schijfremmen met bekrachtiger, en een dubbele uitlaat. De motorisering was ook gegroeid met de afmetingen van de auto. De 6,6 was er nog steeds maar ook een nieuwe monsterlijke grote 7,5 liter V8 die 360PK’s leverde. Deze jaargang passeerde de 200km/u. Terwijl dit al een aardig prijzige auto was, vond Buick toch dat er nog wel wat meer op- aan en in gehangen kon worden en werd een Grand Sport optie uitgebracht die nog meer opties leverde dan de verwende Buick-koper al gewend was. Ondanks de prijs verkocht deze enorme Amerikaan nog aardig ook. In de vier jaar dat hij werd geproduceerd reden er bijna 230.000 de showroom van uit. Zijn het intussen ook prijzige klassiekers? Nou nee, eigenlijk niet. 
Voor een gaaf en compleet exemplaar betaal je een mille of tien. Geen geld voor een dergelijke klasse-auto. Maar je moet wel zorgen voor een stevige bankrekening qua brandstof en onderhoud. Want dit waren nog wagens uit een tijdperk waarin benzine niks kostte. Een tankje vol is nu een heel ander verhaal. En dat maakt de echte liefhebbers terughoudender dan deze auto eigenlijk verdient.(Foto’s: Internet)
Lees ook:Optisch gewijzigd en succesvol; Buick Special en Riviera 1951
Lees ook:Buick presenteert Riviera Concept
Lees ook:Dat imago toch; Buick!
Lees ook:Nieuwe Chinese Astra wordt Buick
Lees ook:Mercury’s kattige Cougar….