Mercedes; al driekwart eeuw in diesels!

Mercedes-Benz viert dit jaar niet alleen het 125-jarig bestaan van het concern, maar ook het feit dat het juist in 2011 alweer 75 jaar geleden is dat het merk de 260 D introduceerde. Dat was de eerste personenwagen ter wereld met een dieselmotor. De 260 D (W138) was in februari 1936 voor het eerst te zien op de Internationale Motorrad- und Automobilausstellung in Berlijn, iets meer dan vijftig jaar na de allereerste door Carl benz uitgedachte auto met benzinemotor. De diesel was de trendsetter van zijn tijd. Hij was niet alleen krachtig, maar ook dertig procent zuiniger dan een vergelijkbare auto met benzinemotor. Daarmee vormde dat klassieke model de basis voor de naam die Mercedes-Benz tot op de dag van vandaag nog steeds heeft op het gebied van innovatieve dieseltechniek. Mercedes-Benz en de dieselmotor zijn bijna onlosmakelijk met elkaar verbonden. Al in 1923 kwam de eerste Benz vrachtauto op de markt met een zelfontbrander. Na met verschillende dieselmotoren te hebben geëxperimenteerd, besloot de Duitse fabrikant in 1934 om de beproefde zescilinder diesel truckmotor om te bouwen voor gebruik in personenauto’s. Het resultaat was een zijdezacht lopende 2,6 liter viercilinder dieselmotor met kopkleppen en een vijf maal gelagerde krukas. De motor maakte gebruik van een dieselinjectiesysteem van Bosch en produceerde 45 pk bij 3000 t/min. De 260 D woog 1530 kilo en kon al dieselend een snelheid van 95 km/h bereiken. Met een gemiddeld verbruik van 9,5 liter diesel bereikte de 260 D met de zogeheten OM 138 motor een afstand van meer dan vierhonderd kilometer, wat gezien het geringe aantal Europese tankstations buitengewoon handig bleek. Zelfs voor naoorlogse begrippen was deze dieselauto best zuinig. In vergelijking met de Mercedes-Benz 200 benzineversie verbruikte de 260 D vier liter brandstof per honderd kilometer minder. En hoewel een liter diesel in 1936 slechts 17 Pfennig kostte – de helft van een liter benzine – was het voor calculerende taxichauffeurs een extra reden om toch vooral de dieselversies van Mercedes-Benz te kiezen. In de loop van de jaren bouwde Mercedes een reeks van verschillende modellen waaronder een sedan, een landaulet en een cabriolet. Tussen 1936 en 1940 liepen 1967 exemplaren van de 260 D van de band. Op de montage van gloeispiralen na voor een makkelijker koude start veranderde Mercedes-Benz tijdens de bouwperiode nauwelijks iets aan de motor zelf. Dat was ook helemaal niet nodig want de 260 D bewees zich als een betrouwbare kilometervreter. Vooral taxichauffeurs waren gek op het model; tot ver in de jaren vijftig waren 260 D-modellen dan ook bij de taxistandplaatsen te vinden. Dezelfde dieselmotor gebruikte Mercedes-Benz ook voor andere modellen, zoals de L 1100/L 1500 bestelwagens. Sindsdien Mercedes uiteraard jaar na jaar verder gegaan met het verfijnen van haar dieseltechniek en kent de geschiedenis van de dieselmotor in die zin het ene hoogtepunt na de andere. Zo was er de eerste diesel personenauto met een vijfcilinder motor (240 D 3.0 W115 uit 1974), de eerste luxe sedan van Mercedes-Benz met een turbodieselmotor (300 SD W116 uit 1977) en de invoering van CDI-technologie met common rail-injectie in de C 220 CDI in 1997, maar ook de komst van BlueTEC in de E 320 BlueTEC. In dat kader introduceert Mercedes-Benz nog dit najaar de E 300 BlueTEC HYBRID, de eerste dieselhybride van Mercedes-Benz. Een 204 pk sterke viercilinder biturbo dieselmotor wordt gekoppeld aan een hybridemodule van 20 pk.

Lees ook:Mercedes’ hybride strategie; tot 2017 tien nieuwe modellen!
Lees ook:Mercedes brengt schone E-Klasse…
Lees ook:Gecertificeerd schone E-Klasse
Lees ook:Schone Mercedes E-Klasse brengt bijtellingen omlaag…
Lees ook:Mercedes verbreedt gamma S-Klasse

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *

Naam

Website

Het kan vijf minuten duren voordat nieuwe reacties zichtbaar zijn.