Britse middenklasse; Austin Cambridge

Mijn vader deed in de jaren vijftig al in auto’s en alle merken uit die dagen passeerden bij ons de revue. Vaak waren het de meer standaard modellen die hij verhandelde, het waren zware tijden voor de gemiddelde huisvader en een zesdehands Opel was al een heel bezit. Maar heel af en toe viel ‘pa’ nog wel eens voor de verleiding om ook voor de iets meer bestedende klantenkring een of meer auto’s in te kopen van de indertijd wat meer op luxe ingestelde merken. En zo kwamen er naast Opel Kapitans, Chevrolets, Studebakers en Fords ook nog wel eens Engelse auto’s voorbij. Een daarvan staat me nu nog goed bij. Ingeruild op een goed verkochte Opel. Een Austin Cambridge. Voor die tijd best een stevige auto die in de beste Britse tradities een zustermodel kende in de Morris Oxford. Technisch waren die wagens verwant, en baseerden ze zich op de oudere A55 uit 1957. Oorspronkelijk hing er in het ruime en wat ouderwets aandoende vooronder een 1500cc grote vierpitter die 56pk leverde en de meer dan een ton wegende Brit tot 125km/u opstuwde. Opvallend was de styling. Ouderwets, met lederen bekleding als het werd gevraagd, en houtnerfdashboard, en een buitenkant die deels door het Italiaanse ontwerphuis Pinin Farina was getekend. De matige prestaties zorgden voor een facelift in 1961, toen de Cambridge een 1622cc grote nieuwe motor kreeg die 63pk leverde en de auto net even kwieker maakte als voorheen. Uiteraard werd two-tone lak geleverd en de Austins zag je ook bij ons als zodanig nog wel eens voorbij komen. Die auto die mijn vader inkocht was er een in licht- en donkergroen. Wat ik me ervan herinner was het een auto met een wat rauwe motor en een heel duidelijk transmissiegeluid. Aangestuurd door een vloerversnelling, wat in die tijd niet zo vaak voor kwam. Op de achterschermen had de Engelsman een paar bescheiden ‘staartjes’ wat paste bij het tijdsbeeld. De Cambridge was niet zo heel lang in productie, en in ons land ook niet zo populair. Nederlanders wilden Opels, Volkswagens, Peugeots desnoods, maar geen Austins van de wat grotere soort. En dus bleef het aantal wagens van dit type in ons land bescheiden. Daarbij roestten ze verschrikkelijk en waren de motoren ‘oliezuipers’ wat niet bijdroeg aan de betrouwbaarheid. Maar opmerkelijk waren ze wel en die ene Austin die ik zag verhandelen in mijn jeugd bleef me wel bij. Al was het maar om die fraaie dubbele lak. Ik weet niet of Pa er goed vanaf gekomen is. Sommige wagens wilde hij nooit meer zien voor de handel, en ik kan me geen enkele Austin nadien herinneren. Een teken aan de wand? Hoe dan ook, als klassieker zijn die Cambridges ook niet zo populair. Met een mille of vier is het bij een gaaf en goed draaiend exemplaar wel klaar. En dat is in feite jammer als je de styling van de auto bekijkt.

Lees ook:Saaie Britse familiesedan – de Austin A40 Somerset
Lees ook:Austin’s onbekende besteller…
Lees ook:Voorloper van de hatchback-generatie; Austin 1100 Glider…
Lees ook:Succesvolle Brit; de Austin 1100 Glider
Lees ook:Niet geliefd, wel sterk, de Austin Champ!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *

Naam

Website

Het kan vijf minuten duren voordat nieuwe reacties zichtbaar zijn.