Tsjechische tussenpaus; de Skoda 1200-serie

Voor de Tsjechische autofabrikant Skoda was de overgang van het vooroorlogse kapitalisme naar het naoorlogse communisme best een groot probleem. Van een bedrijf met de nodige technische innovaties en de nodige divisies die voor flink wat winst hadden gezorgd, werd het bedrijf nu een staatsonderneming waar zelfontplooiing niet op prijs werd gesteld en innovatie slechts werd toegestaan als er geld genoeg in de staatskassen zat. Vanuit het verleden nam men de Popular mee, een erg aardig ontwerp dat flink wat kopers had weten te vinden. Op diens techniek kwam de 1100 Tudor uit en dat model werd door heel Europa heel een groot succes, ook al omdat de Tsjechen in staat waren direct na de oorlog al de productielijnen op te bouwen. Maar de Tudor kende ook zijn beperkingen en zo werd onder druk van de markt een nieuwe Skoda ontwikkeld die de voorgaande modellen moest opvolgen op de productielijnen; de 1200. Zoals de typeaanduiding al suggereert had de nieuwe Skoda, leverbaar vanaf 1952, een 1221cc motor die 36pk leverde. De nieuwe ronde carrosserie bleek ook ruim, zeker in zijn klasse, je kon er met vijf mensen goed in zitten, en dat zorgde voor heel wat orders uit binnen- en buitenland, o.a. van taxibedrijven, die de Skoda zeer naar waarde schatten, al was men minder te spreken over het gebrek aan vermogen dat de relatief kleine motor in het vooronder leverde. Al snel kwam er ook een (enorm ruime) stationcar en daarop gebaseerde bestelwagen uit van de 1200-serie, en ook een Pick-up was leverbaar voor die markten waar dit soort wagens erg veel gevraagd waren. In 1954 stond de 1200 voor het eerst op een West-Europese autoshow, die van Londen, en bleek de nieuwe Tsjech ook voor westerse kopers interessant genoeg om concurrerend gezien te worden voor de in die jaren geleverde modellen van hier meer bekende fabrikanten. Skoda bleek een lastige concurrent, vooral omdat de wagens tegen een relatief lage prijs werden aangeboden. Toch werd de 1200 nooit het gedroomde succes wat zijn voorganger, de 1100 had gekend. Overigens deden de Tsjechen er alles aan om het imago van de wagens flink op te poetsen. Zo werden vanuit de traditioneel sportieve wortels van Skoda, 1200’s ingeschreven voor de grote rallies, zoals die van Monte Carlo, waar ze het goed deden. Intussen werd de 1200 elk jaar voorzien van wat modificaties. Zo kreeg je in 1953 echte richtingaanwijzers die knipperden i.p.v. de zgn. aanwijspijlen die uitklapten zoals toen gebruikelijk. De motor kreeg wat meer pk’s, de aanduiding wijzigde zich naar 1201. Maar de 1201 kreeg het steeds lastiger en de ingenieurs bij Skoda zochten naar een opvolger die men in 1954 vond in de vorm van de 440. Een auto die eigenlijk meer opvolger werd voor de ook nog steeds geproduceerde 1100, dan voor de 1200-reeks. Die 440 werd later Spartak genoemd en ontwikkelde zich een aantal jaren verder tot de eerste Octavia van het merk. Maar toen was de 1200 al uit productie. Als klassieker is de 1200 een vrijwel onbekende auto. Er zijn meerliefhebbers voor de 1100 of de latere 440 dan voor de toch best elegante 1200. Heel af en toe kom je er wel eens een tegen. Als ze in redelijk staat verkeren, best lastig door de toen nog zeer gebruikelijke roestvorming, brengt een 1200 nu iets van 3-4 mille op. Het zijn simpele wagens, ruim, eenvoudig te onderhouden. Eigenlijk zoals elke Skoda uit dit tijdperk van net na de oorlog.

Lees ook:Skoda’s tussenpaus…de 1200…
Lees ook:Onbekende Skoda; de 1200 Sedan
Lees ook:Sportieve Tsjech; de Skoda S-110R Coupe
Lees ook:Skoda’s succesvolle Fabia
Lees ook:Heel exclusief; de Skoda MTX Roadster…