Sportieve enkeling; Aston Martin Ulster

Er zijn van die merken die als een magneet mensen aan zich binden die dol zijn op de tradities maar ook het technisch vernuft dat een dergelijk merk uitstraalt. Een daarvan is het Britse Aston Marton. Opgericht in 1912 bouwde het een jaar later al haar eerste auto, een sportwagen die was opgebouwd door een Isotta Fraschini chassis te combineren met een motor van Coventry-Simplex. Bij deze ene auto bleef het voorlopig. Na de eerste Wereldoorlog volgde pas een tweede auto die nu een eigen chassis mee kreeg. Telkens weer werden de wagens die volgden ingezet voor sportieve ritten of prestaties en zo kreeg het merk Aston Martin een zekere naam en faam. Eigenaar en oprichter Lionel Martin raakte echter al heel snel door zijn geld heen en moest op zoek naar geldschieters. Die vond hij o.a. bij de zeer vermogende graag en coureur Louis Zborowski. Die reed races in een auto die was uitgerust met een vliegtuigmotor. Met dank aan de financiële injectie van de graaf zette Aston Martin een aantal sportwagens op de band die succesvol waren op de Europese circuits. Dat was minder het geval met Graaf Zborowski. Die verongelukte in 1924, en dat was dan meteen einde oefening voor de financiële injecties bij het bedrijf. Martin werd gedwongen de tent te verkopen en de zaak werd opnieuw gestart onder de nieuwe naam Aston Martin Limited. Een nieuwe reeks sportwagens werd gebouwd en dat leidde uiteindelijk tot de voor die tijd zeer potente ‘Ulster’. Een open sportwagen in racetrim, die was uitgerust met een 80pk sterke 1,5 liter motor met bovenliggende nokkenas. De Ulster werd een klassieker als racewagen en hij was grotendeels gebaseerd op de wat oudere Mk.II van het merk. Toch deed de wagen slechts twee jaar dienst als prijswinnende bolide. Hij domineerde de Britse Tourist Trophy van Goodwood en pakte daar in 1934 de drie eerste plekken van het renveld. Uit de Ulster werd later nog een speciale voor LeMans te gebruiken wagen ontwikkeld waarvan er in totaal 21 werden gebouwd. Opvallend genoeg zijn alle 21 exemplaren tot op de dag van vandaag nog steeds in gebruik of keurig te zien in musea. De Ulster was ook de eerste normale sportwagen die de 110 mijlgrens doorbrak, indertijd een magische snelheidsgrens. Aston Martin bleef tot de tweede wereldoorlog marginale aantallen auto’s bouwen, maar die werden allemaal beroemd. Het spreekt voor zich dat een wagen van dit type nu als klassieker tonnen op moet brengen. Liefhebbers betalen er grof geld voor als er een te koop komt. In ons land zal een vooroorlogse Aston Martin een ware zeldzaamheid zijn.

Lees ook:Aston Martin moet auto’s terugroepen
Lees ook:Aston Martin gaat stevig investeren….
Lees ook:Aston Martin Rapide met Volvo snufjes
Lees ook:Aston Martin verrast met Vulcan
Lees ook:Aston Martin DB10 bij Spectre-premiere

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *

Naam

Website

Het kan vijf minuten duren voordat nieuwe reacties zichtbaar zijn.